Warning, /education/kstars/po/nl/docs/kstars/flux.docbook is written in an unsupported language. File is not indexed.

0001 <sect1 id="ai-flux">
0002 
0003 <sect1info>
0004 
0005 <author
0006 ><firstname
0007 >Jasem</firstname
0008 > <surname
0009 >Mutlaq</surname
0010 > <affiliation
0011 ><address>
0012 </address
0013 ></affiliation>
0014 </author>
0015 </sect1info>
0016 
0017 <title
0018 >Flux</title>
0019 <indexterm
0020 ><primary
0021 >Flux</primary>
0022 <seealso
0023 >Lichtkracht</seealso>
0024 </indexterm>
0025 
0026 <para
0027 >De <firstterm
0028 >flux</firstterm
0029 > is de hoeveelheid energie die per seconde door een oppervlakte-eenheid gaat. </para>
0030 
0031 <para
0032 >Astronomen gebruiken de flux om de schijnbare helderheid van een hemellichaam aan te geven. De schijnbare helderheid is gedefinieerd als de hoeveelheid licht, afkomstig van een ster, die juist boven de aardatmosfeer per secode door een eenheid van oppervlakte heengaat. Dus is de schijnbare helderheid heel eenvoudig de flux die we van die ster ontvangen. </para>
0033 
0034 <para
0035 >De flux is een maat voor de <emphasis
0036 >stromingssnelheid</emphasis
0037 > van energie die elke seconde gaat door elke cm<superscript
0038 >2</superscript
0039 > (of welke oppervlakte-eenheid dan ook), van de oppervlakte van een object. De gedetecteerde flux hangt af van de afstand van de bron die de energie uitstraalt. Dit komt doordat de energie zich over een hoeveelheid ruimte moet verspreiden, voordat die ons bereikt. Stel dat we een denkbeeldige ballon hebben om de ster heen. Elke stip op die ballon stelt een eenheid van energie voor, die door de ster wordt uitgestraald. Aanvankelijk zijn alle stippen in een oppervlakte van 1 cm<superscript
0040 >2</superscript
0041 > dicht bij elkaar, en is de flux groot. Als de ballon groter wordt, zodat de afstand tot de ster toeneemt tot d, zullen het volume en de oppervlakte van de ballon toenemen waardoor de stippen <emphasis
0042 >verder van elkaar</emphasis
0043 > komen te liggen. Als gevolg daarvan is het aantal stippen (of hoeveelheid energie) per cm<superscript
0044 >2</superscript
0045 > afgenomen, zoals je kunt zien in figuur 1. </para>
0046 
0047 <para>
0048 <mediaobject>
0049 <imageobject>
0050 <imagedata fileref="flux.png" format="PNG"/>
0051 </imageobject>
0052 <caption
0053 ><para
0054 ><phrase
0055 >Figuur 1</phrase
0056 ></para
0057 ></caption>
0058 </mediaobject>
0059 </para>
0060 
0061 <para
0062 >De flux is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand. Dus, als de afstand verdubbelt, ontvangen we een flux die 1/2<superscript
0063 >2</superscript
0064 >, of 1/4 keer zo groot is als eerst. Op een fundamentele manier beschouwd, is de flux de <link linkend="ai-luminosity"
0065 >lichtkracht</link
0066 > per eenheid van oppervlakte: <mediaobject
0067 > <imageobject>
0068 <imagedata fileref="flux1.png" format="PNG"/>
0069 </imageobject>
0070 </mediaobject>
0071 </para>
0072 
0073 <para
0074 >waar (4 * &pi; * R<superscript
0075 >2</superscript
0076 >) de (grootte van de) oppervlakte is van een bol (of een ballon!) met een straal R. De flux wordt gemeten in Watts/m<superscript
0077 >2</superscript
0078 >/s, of zoals gewoonlijk door astronomen wordt gedaan, in ergs/cm<superscript
0079 >2</superscript
0080 >/s. Bijvoorbeeld, de lichtkracht van de zon is L = 3,90 * 10<superscript
0081 >26</superscript
0082 > W. Dit betekent dat de zon in een seconde een hoeveelheid energie van 3,90 * 10<superscript
0083 >26</superscript
0084 > joules de ruimte in straalt. Dus is de flux die we van de zon ontvangen, op een afstand van 1 AU (astronomische eenheid, is de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon ( 1.496*10<superscript
0085 >13</superscript
0086 > cm)):  </para>
0087 
0088 <para>
0089 <mediaobject>
0090 <imageobject>
0091 <imagedata fileref="flux2.png" format="PNG"/>
0092 </imageobject>
0093 </mediaobject>
0094 </para>
0095 </sect1>