Warning, /education/kstars/po/nl/docs/kstars/ekos-guide.docbook is written in an unsupported language. File is not indexed.

0001 <sect1 id="ekos-guide">
0002     <title
0003 >Volgen</title>
0004     <indexterm>
0005         <primary
0006 >Hulpmiddelen</primary>
0007         <secondary
0008 >Ekos</secondary>
0009         <tertiary
0010 >Volgen</tertiary>
0011     </indexterm>
0012     <screenshot>
0013         <screeninfo
0014 >Ekos Volgmodule </screeninfo>
0015         <mediaobject>
0016             <imageobject>
0017                 <imagedata fileref="ekos_guide.png" format="PNG"/>
0018             </imageobject>
0019             <textobject>
0020                 <phrase
0021 >Ekos Volgmodule</phrase>
0022             </textobject>
0023         </mediaobject>
0024     </screenshot>
0025     <sect2 id="guide-Introduction">
0026         <title
0027 >Inleiding</title>
0028         <para
0029 >De Ekos volgmodule maakt doet autovolgen en gebruikt daarbij de krachtige ingebouwde volger, of naar uw keuze, extern volgen via <ulink url="http://openphdguiding.org/"
0030 >PHD2</ulink
0031 > of <ulink url="https://sourceforge.net/projects/linguider/"
0032 >lin_guider</ulink
0033 >. Bij intern volgen, worden camera frames voor volgen opgenomen, en naar Ekos gestuurd voor analyse. Afhankelijk van hoe ver de sterren verwijderd is van hun vastgezette posities, worden er correctiepulsen gestuurd naar uw de RA- en DEC-motoren van uw opstelling. De meeste van de &GUI;-opties in de volgmodule zijn goed gedocumenteerd, dus kunt u de muis ergens houden, waarna u een tekstballon ziet met nuttige informatie. </para>
0034     </sect2>
0035 
0036     <sect2 id="guide-Setup">
0037         <title
0038 >Opzet</title>
0039         <screenshot>
0040             <screeninfo
0041 >Selectie van profielvolger van Ekos </screeninfo>
0042             <mediaobject>
0043                 <imageobject>
0044                     <imagedata fileref="ekos_profile_guide.png" format="PNG"/>
0045                 </imageobject>
0046                 <textobject>
0047                     <phrase
0048 >Selectie van profielvolger van Ekos</phrase>
0049                 </textobject>
0050             </mediaobject>
0051         </screenshot>
0052         <para
0053 >Om volgen uit te voeren moet u (één keer) een volger in de profielbewerker selecteren voor het profiel dat u wilt gaan gebruiken. In profielbewerker kiest u Intern voor de Ekos interne volger of PHD2. </para>
0054         <screenshot>
0055             <screeninfo
0056 >Optische trein van volger van Ekos </screeninfo>
0057             <mediaobject>
0058                 <imageobject>
0059                     <imagedata fileref="ekos_guide_optical_train.png" format="PNG"/>
0060                 </imageobject>
0061                 <textobject>
0062                     <phrase
0063 >Optische trein van volger van Ekos</phrase>
0064                 </textobject>
0065             </mediaobject>
0066         </screenshot>
0067         <para
0068 >Om te volgen moet u ook uw optische trein voor volgen instellen. Deze tweede optische trein is bijna altijd verschillend van diegene die u gebruikt met opnemen/uitlijnen/focusseren. Zie de afbeelding hierboven voor een voorbeeld van de configuratie van een optische trein voor volgen. Merk op dat de gekozen telescoop de volg telescoop is, die misschien hetzelfde is als uw hoofdtelescoop als u een schema OAG (off-axis-guiding) of ONAG-volgen gebruikt. De geselecteerde camera is natuurlijk uw volgcamera. Het Volgen via zou uw opstelling moeten zijn, aangenomen dat u volgpulsen direct naar uw opstelling stuurt of de naam van het ST4 apparaat (bijv. uw camera) zou u ST4 volgpulsen gebruiken. </para>
0069         <para
0070 >Kijk op de hoofdpagina van de volger die wordt getoond bij de start van deze sectie in de volger. Er zijn vele parameters die ook aangepast kunnen worden, sommige daarvan staan de onderstaande lijst. </para>
0071         <itemizedlist>
0072             <listitem>
0073                 <para
0074 ><guilabel
0075 >Belichting</guilabel
0076 >: op de hoofdpagina voor volgen kunt u de belichtingstijd voor volgen aanpassen. Nadat de volgcamera de belichting heeft voltooid, berekent en stuurt het volgalgoritme de volgpulsen naar de opstelling, daarna wacht het een door de gebruiker ingestelde wachttijd en daarna begint zijn volgende belichting. </para>
0077             </listitem>
0078             <listitem>
0079                 <para
0080 ><guilabel
0081 >Binning</guilabel
0082 >: Pixelbinning voor de volgafbeelding. Het is gewoonlijk zinvol om de pixels 2x2 samen te nemen (bin). De algoritmen kunnen nog steeds sterposities op sub-pixel vinden en de juiste volgpulsen naar de opstelling sturen. </para>
0083             </listitem>
0084             <listitem>
0085                 <para
0086 ><guilabel
0087 >Vak</guilabel
0088 >: dit is alleen van toepassing op volgalgoritmen anders dan MultiStar en MultiStar is het aanbevolen volgschema. Grootte van het vakje rondom de volgster. Selecteer een bruikbare grootte, die noch te groot is, noch te klein voor de gekozen ster. </para>
0089             </listitem>
0090             <listitem>
0091                 <para
0092 ><guilabel
0093 >Richtingen</guilabel
0094 >: u wilt typisch alle richtingsvakjes geactiveerd. Ze niet activeren zal volgen in die richtingen uitschakelen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om DEC-volgen in de richting Noord uit te schakelen. </para>
0095             </listitem>
0096             <listitem>
0097                 <para
0098 ><guilabel
0099 >Donker</guilabel
0100 >: activeer dit om donkere-frame-correcties in te schakelen aan uw volgafbeelding. Zie onderstaand. </para>
0101             </listitem>
0102             <listitem>
0103                 <para
0104 ><guilabel
0105 >Calibratie wissen</guilabel
0106 >: activeer dit om uw calibratiegegevens te verwijderen. Zie de sectie calibratie hier onder. </para>
0107             </listitem>
0108             <listitem>
0109                 <para
0110 ><guilabel
0111 >Subframe, AutoStar</guilabel
0112 >: deze zijn alleen van toepassing op volgalgoritmen anders dan MultiStar en MultiStar is het aanbevolen volgschema. </para>
0113             </listitem>
0114         </itemizedlist>
0115     </sect2>
0116     <sect2 id="guide-calibration">
0117         <title
0118 >Calibratie</title>
0119 
0120         <screenshot>
0121             <screeninfo
0122 >Calibratie instellingen </screeninfo>
0123             <mediaobject>
0124                 <imageobject>
0125                     <imagedata fileref="guide_calibration_settings.png" format="PNG"/>
0126                 </imageobject>
0127                 <textobject>
0128                     <phrase
0129 >Calibratie instellingen</phrase>
0130                 </textobject>
0131             </mediaobject>
0132         </screenshot>
0133         <para
0134 >Automatisch volgen is een twee-stapsproces: calibratie &amp; volgen. Calibratie is nodig voor het schema om de oriëntatie van de camera, relatief tot de RF en DEC assen en ook de effecten van volgpulsen (bijv. hoeveel een 100ms RF volgpuls typisch de RF-as verplaatst). Nadat het deze waarden heeft bepaald, kan de volger de positie van de opstelling effectief corrigeren. U kunt de gekalibreerde waarden voor deze parameters in de bovenstaande afbeelding in de sectie "Gekalibreerde waarden" zien. </para>
0135         <para
0136 >Gelijk aan andere volgers bevelen we aan dat u eenmaal zorgvuldig kalibreert en daarna alleen opnieuw kalibreert indien nodig. Het is nodig om opnieuw te kalibreren wanneer de camera is verplaatst (bijv. gedraaid) relatief tot de opstelling. Het zou niet nodig moeten zijn om elke keer opnieuw te kalibreren als u de opstelling draait. U zou moeten kalibreren bij een richting dichtbij the meridiaan en langs de Hemelse evenaar (mogelijk iets ten westen ervan). Volgen (en kalibratie van volgen) is problematisch dicht bij de pool--het zal waarschijnlijk niet werken. <ulink url="https://openphdguiding.org/PHD2_BestPractices_2019-12.pdf"
0137 >Deze diashow</ulink
0138 > bevat goed advies over hoe de interne volger en/of PHD2 te kalibreren. </para>
0139         <para
0140 >De belangrijke opties bij de opties op de calibratiepagina (boven) zijn: </para>
0141         <itemizedlist>
0142             <listitem>
0143                 <para
0144 ><guilabel
0145 >Pulsgrootte</guilabel
0146 >: zou groot genoeg moeten zijn om uw afbeelding een paar pixels te verplaatsen. </para>
0147             </listitem>
0148             <listitem>
0149                 <para
0150 ><guilabel
0151 >Kalibratie opnieuw gebruiken</guilabel
0152 >: er zijn twee keuzevakjes gerelateerd aan het bewaren van uw kalibratie. We bevelen aan het activeren van "Store and re-use guide calibration when possible" en activering weghalen van "Reset Guide Calibration After Each Mount Slew". </para>
0153             </listitem>
0154             <listitem>
0155                 <para
0156 ><guilabel
0157 >DEC omdraaien...</guilabel
0158 >: het is ook belangrijk om "Reverse DEC on pier-side change when re-using calibration" te activeren of te deactiveren. Om de juiste instelling voor uw opstelling te vinden moet u nagaan, dat volgen met succes werkt op één kant van de pier, daarna omschakelen naar de ander kant. Volg gedurende een paar minuten. Als DEC weg beweegt, dan hebt u waarschijnlijk de verkeerde instelling voor het keuzevak "DEC omdraaien...". </para>
0159             </listitem>
0160             <listitem>
0161                 <para
0162 ><guilabel
0163 >Maximale verplaatsing, iteraties</guilabel
0164 >: we bevelen u aan iteraties groot te houden (bijv. 10) en Maximale verplaatsing groot (bijv. 20+ pixels). Op deze manier zou u een goede schatting van de kalibratieparameters voor volgen moeten krijgen. Kalibratie zou iets moeten zijn dat u zelden doet, dus is het het beste om wat meer tijd te nemen en het juist doen. </para>
0165             </listitem>
0166         </itemizedlist>
0167         <para
0168 >Om (opnieuw) te kalibreren, wis uw kalibratie op de hoofdvolgpagina en klik daarna eenvoudig op de knop <guibutton
0169 >Volgen</guibutton
0170 >. Merk op dat als kalibratie al eerder met succes is voltooid en u hebt de kalibratie niet gewist en u gebruikt de kalibraties opnieuw, dan zal het proces automatisch volgen onmiddellijk beginnen, anders zal het het kalibratieproces starten. </para>
0171         <para
0172 >Ekos begint de calibratie met het sturen van pulsen naar de opstelling om die te laten bewegen in RK en dec. Het stuurt pulsen uitwaarts van de RK-as, daarna pulsen terug inwaarts. Daarna verplaatst het een beetje in dec om speling die zou kunnen bestaan te wissen en daarna pulsen uitwaarts en terug in voor dec. Om dit grafisch te bekijken, klik op het sub-tabblad "Calibratieplot" op de hoofdpagina voor volgen. </para>
0173         <sect3 id="guide-calibration-failures">
0174         <title
0175 >Mislukkingen van calibratie</title>
0176             <para
0177 >Calibratie kan door diverse oorzaken mislukken. Om de kans op succes te vergroten, kunt u de volgende tips proberen: </para>
0178         <itemizedlist>
0179             <listitem>
0180                 <para
0181 >Slechte hemelcondities. Als uw hemelconditie niet geweldig is, kan het het niet de moeite zijn om met volgen/calibratie het gevecht aan te gaan. </para>
0182             </listitem>
0183             <listitem>
0184                 <para
0185 >Camerafocus volgen. </para>
0186             </listitem>
0187             <listitem>
0188                 <para
0189 >Behoudt de originele waarde (<guimenuitem
0190 >SEP MultiStar</guimenuitem
0191 >) in het tabblad Volgoptie. </para>
0192             </listitem>
0193             <listitem>
0194                 <para
0195 >Probeer de "Guide-standaard" SEP sterdetectieparameters (in het tabblad Guide-optie) en pas ze, indien nodig, aan. </para>
0196             </listitem>
0197             <listitem>
0198                 <para
0199 ><guilabel
0200 >Betere uitlijning op de pool</guilabel
0201 >: Dit is kritisch voor het succes van elke astrofotografische sessie. Gebruik Ekos <link linkend="ekos-align-polaralignment"
0202 >Pool uitlijnprocedure</link
0203 > in de module voor <guilabel
0204 >Uitlijnen</guilabel
0205 >. </para>
0206             </listitem>
0207             <listitem>
0208                 <para
0209 ><guilabel
0210 >Zet binning op 2x2</guilabel
0211 >: Binning verbetert de SNR (Signal Noise Ratio: signaal-ruis verhouding) en is vaak erg belangrijk voor het succes van calibratie en volgen. </para>
0212             </listitem>
0213             <listitem>
0214                 <para
0215 >Maak dark frames om de ruis te verminderen. </para>
0216             </listitem>
0217         </itemizedlist>
0218     </sect3>
0219     </sect2>
0220     <sect2 id="guide-guiding">
0221         <title
0222 >Volgen</title>
0223 
0224         <screenshot>
0225             <screeninfo
0226 >Volgen instellingen </screeninfo>
0227             <mediaobject>
0228                 <imageobject>
0229                     <imagedata fileref="guide_guide_settings.png" format="PNG"/>
0230                 </imageobject>
0231                 <textobject>
0232                     <phrase
0233 >Volgen instellingen</phrase>
0234                 </textobject>
0235             </mediaobject>
0236         </screenshot>
0237         <para
0238 >Als de calibratie goed is voltooid, begint automatisch het volgen. Het resultaat hiervan is zichtbaar in het gebied voor de <guilabel
0239 >Verloopgrafieken</guilabel
0240 >, waarin in <guilabel
0241 >Groen</guilabel
0242 > de afwijkingen in RK worden weergegeven, en in <guilabel
0243 >Blauw</guilabel
0244 > de afwijkingen in de dec. De kleuren voor RK/dec kunnen worden gewijzigd in het <link linkend="colors"
0245 >&kstars; kleurschema</link
0246 >in de instellingendialoog van &kstars;. Op de verticale as worden de afwijkingen van de vergrendeling uitgezet in boogseconden en langs de horizontale as de tijd. U kunt de muis boven de lijn houden voor informatie over de exacte afwijking, op een bepaald tijdstip. U kunt altijd op de grafiek inzoomen, of erin rondkijken, zodat u een bepaald gebied daarin nauwkeurig kunt bekijken. Een andere gemakkelijke plaats om de prestaties van het volgen te bekijken is in het tabblad Analyse. </para>
0247         <para
0248 >Ekos kan meerdere algoritmen gebruiken om de drift van de (oorspronkelijke) vergrendelpositie te bepalen, maar veruit de meest accurate is het (standaard) SEP MultiStar algoritme. Het gebruikt de gedetecteerde positie van vele sterren (in de bovenstaande instellingen, tot 50) om de beste schatting te maken voor de huidige drift. Het is afhankelijk van accurate sterdetectie. Het kan dus belangrijk zijn om de sterdetectieparameters aan te passen. Begin met het standaard Guide-standaard SEP-profiel en bewerkt optioneel zijn parameters als u het gevoel hebt dat sterren niet accuraat gedetecteerd worden. </para>
0249         <para
0250 >Hier zijn enige van de parameters die zou willen aanpassen. Opnieuw, goed advies in het kiezen van de parameters is beschikbaar in het internet, bijv. van <ulink url="https://openphdguiding.org/PHD2_BestPractices_2019-12.pdf"
0251 >de bovenstaande diashow</ulink
0252 >. </para>
0253         <itemizedlist>
0254             <listitem>
0255                 <para
0256 >Agressiviteit. Hoe snel wilt u de volger de fout laten corrigeren. Waarden van 0,5 of 0,6 zijn gewoonlijk het best (d.w.z. corrigeren van ongeveer de helft van de waargenomen fout). Niet intuïtief, het lijkt erop dat 100% van de fout corrigeren slechte prestaties ka veroorzaken omdat de volger vaak zal oscilleren met over-correctie. </para>
0257             </listitem>
0258             <listitem>
0259                 <para
0260 >Algoritme. We adviseren zeer het gebruik van het meest bijgewerkte algoritme: SEP MultiStar. Vrijwel de enige reden voor niet zou zijn als u uw SEP sterdetectie niet adequat kan uitvoeren. </para>
0261             </listitem>
0262             <listitem>
0263                 <para
0264 >SEP-profiel. Begin met Guide-standaard, hoewel u anderen zou kunnen kiezen als u erg grote of kleine sterren hebt (in termen van aantal pixels in de diameter). </para>
0265             </listitem>
0266         </itemizedlist>
0267     </sect2>
0268     <sect2 id="guide-dithering">
0269         <title
0270 >Ditheren</title>
0271 
0272         <screenshot>
0273             <screeninfo
0274 >Instellingen voor ditheren </screeninfo>
0275             <mediaobject>
0276                 <imageobject>
0277                     <imagedata fileref="ekos_guide_dithering_settings.png" format="PNG"/>
0278                 </imageobject>
0279                 <textobject>
0280                     <phrase
0281 >Instellingen voor ditheren</phrase>
0282                 </textobject>
0283             </mediaobject>
0284         </screenshot>
0285         <para
0286 >Om automatisch ditheren van frames mogelijk te maken, moet u het keuzevakje<guilabel
0287 >Dither</guilabel
0288 > selecteren. Standaard moet Ekos het volgvakje tot aan 3 pixels toe ditheren (&ie; verplaatsen) na N frame die in de <link linkend="ekos-capture"
0289 >Ekos opnamemodule</link
0290 > wordt opgenomen. Bewegingsduur en richting zijn willekeurig. Omdat het volgen direct na ditheren wat kanoscilleren, kunt u de duur van het <guilabel
0291 >Settelen</guilabel
0292 > (tot rust komen) na het ditheren instellen, voordat met de opname verder wordt gegaan. Voor het zeldzame geval dat het ditherproces vastloopt, kan een <guilabel
0293 >Timeout</guilabel
0294 > worden ingesteld, waarna het proces wordt afgebroken. Maar zelfs als ditheren niet lukt, kunt u selecteren of dit het autovolgen moet doen stoppen, ja of nee. Zet met <guilabel
0295 >Autoguide afbreken na fout</guilabel
0296 > het gewenste gedrag aan of uit. </para>
0297         <para
0298 >Dithering resulteert niet in een lange wandeling van de originele doelpositie. Ekos onthoudt de originele en huidige doelposities en verplaatst het doel terug naar het oorspronkelijke doel als de positie te ver is weggedreven. </para>
0299         <para
0300 >Eén-puls dithering is een interessante snellere optie die een puls naar dither stuurt, maar niet verifieert dat de dither zijn gewenste locatie bereikt. Het is mogelijk dat de dithering voor elke gegeven dither niet is wat is gewenst, maar het gehele effect zou goed zijn. </para>
0301         <para
0302 >Opslaan zonder volgen kan ook. Dit is nuttig als er geen volgcamera is of bij het doen van korte belichtingen. In dit geval kan de opstelling opdracht krijgen in een willekeurige richting te ditheren gedurende een pulsduur die wordt opgegeven in de optie <guilabel
0303 >Non-volgen-ditherpuls</guilabel
0304 > </para>
0305     </sect2>
0306     <sect2 id="guide-drift-graphics">
0307         <title
0308 >Drift grafieken</title>
0309         <screenshot>
0310             <screeninfo
0311 >Drift grafieken </screeninfo>
0312             <mediaobject>
0313                 <imageobject>
0314                     <imagedata fileref="guide_drift_graphics.png" format="PNG"/>
0315                 </imageobject>
0316                 <textobject>
0317                     <phrase
0318 >Drift grafieken</phrase>
0319                 </textobject>
0320             </mediaobject>
0321         </screenshot>
0322         <para
0323 >Drift is het ontstaan van kleine afwijkingen in de positie van een volgster. De driftgrafieken zijn erg nuttig voor het monitoren van de volgprestaties. Zij zijn in een 2D-plot van volg<emphasis
0324 >afwijkingen</emphasis
0325 > en <emphasis
0326 >correcties</emphasis
0327 >. Standaard worden alleen afwijkingen getoond in RK en dec. De horizontale as geeft de tijd in seconden sinds het starten van het autovolgen, en langs de verticale as worden de volgdrift/afwijkingen in boogseconden weergegeven voor elke as. Volgcorrecties (pulsen) kunnen ook in dezelfde grafiek worden geplot, wat u kunt aanzetten in het <guilabel
0328 >Corr</guilabel
0329 >-keuzevakje onder elke as. De correcties worden geplot als schaduw op de achtergrond, in dezelfde kleuren als de assen. </para>
0330         <para
0331 >U kunt in de plot zoomen en zwenken, en wanneer u de muisaanwijzer boven een grafiek houdt ziet u een tekstballon met informatie over dit specifieke tijdstip.Die bevat de volgdrift, en de gemaakte correcties, naast de lokale tijd waarop deze gebeurtenis werd genoteerd. Met een verticale schuifbalk rechts in de afbeelding kunt u de hoogte van de secundaire Y-as voor pulscorrecties  aanpassen.</para>
0332         <para
0333 >Met de horizontale schuifknop <guilabel
0334 >Traceren</guilabel
0335 > onderin kunt u de volggeschiedenis nagaan. Ook kunt u op het keuzevakje  <guilabel
0336 >Max</guilabel
0337 > klikken, waarmee u de grafiek op het laatste punt vastzet, zodat de driftgrafiek vanzelf doorrolt. De knoppen rechts van de schuifknop dienen voor het autoschalen van de grafiek, het exporteren van de volggegevens naar een CSV-bestand (comma separated values, met komma's gescheiden waarden), het wissen van alle volggegevens, en voor het schalen van het doel in de <guilabel
0338 >Driftplot</guilabel
0339 >. Verder is in de volggrafiek een tekst waarin staat op  welke momenten  er is geditherd, zo dat de gebruiker weet dat in deze punten het volgen niet zo slecht was. </para>
0340         <para
0341 >De kleuren van de assen kunnen worden gewijzigd in de <link linkend="colors"
0342 >instellingen voor het kleurschema in &kstars;</link
0343 >. </para>
0344     </sect2>
0345 
0346     <sect2 id="guide-drift-plot">
0347         <title
0348 >Driftplot</title>
0349         <para
0350 >In een scatterplot (plot van een puntenwolk) in de vorm van een doelwit kan de <emphasis
0351 >nauwkeurigheid</emphasis
0352 > worden geschat van de totale volgprestatie. Deze plot heeft drie concentrische cirkels met verschillende straal, waarin de binnenste groene cirkel standaard een straal heeft van 2 boogseconden. De laatste RMS-waarde wordt geplot als een <inlinemediaobject
0353 ><imageobject
0354 ><imagedata fileref="add-circle.png" format="PNG"/></imageobject
0355 ></inlinemediaobject
0356 > met een kleur die hoort bij de bijbehorende concentrische cirkel. U kunt de straal van de binnenste groene cirkel wijzigen door de driftplotnauwkeurigheid aan te passen. </para>
0357     </sect2>
0358 
0359     <sect2 id="guide-gpg">
0360         <title
0361 >Volgen met GPG</title>
0362         <screenshot>
0363             <screeninfo
0364 >Volgen met GPG </screeninfo>
0365             <mediaobject>
0366                 <imageobject>
0367                     <imagedata fileref="ekos_guide_gpg_settings.png" format="PNG"/>
0368                 </imageobject>
0369                 <textobject>
0370                     <phrase
0371 >Volgen met GPG</phrase>
0372                 </textobject>
0373             </mediaobject>
0374         </screenshot>
0375         <para
0376 >Met GPG-volgen gebruikt de interne volger voorspelbaar en adaptief volgen voor de RF-as. Deze adaptief modelleert de periodieke fout van de opstelling en voegt zijn voorspelde bijdrage toe aan elke volgpuls. </para>
0377         <para
0378 >De te overwegen hoofdinstellingen zijn Majeure periode en Geschatte periode. Als u de wormperiode voor uw opstelling weet, misschien door <ulink url="https://github.com/OpenPHDGuiding/phd2/wiki/Mount-Worm-Period-Info"
0379 >deze tabel te bekijken</ulink
0380 >, maak de activering van Geschatte periode ongedaan en voer uw bekende Majeure periode in. Zo niet, activeer dan Geschatte periode. Intra-frame donker volgen kan gebruikt worden om "de GPG voorspelling uit te spreiden. Bijvoorbeeld, als u volgt op 5s, kunt u het donkere volginterval instellen op 1s en zijn voorspelling wordt elke seconde gepulst, maar de driftcorrectie van volgen zou elke 5s worden verzonden. Op deze manier worden de voorspelde correcties veel sneller uitgestuurd dan de belichtingssnelheid van de volgcamera, waarmee effectief periodieke foutcorrectie wordt uitgevoerd en langere belichting van volgcamera toegestaan. Alle andere parameters worden het beste op hun standaard gelaten. </para>
0381     </sect2>
0382     <sect2 id="guide-dark-frames">
0383         <title
0384 >Dark Frames</title>
0385         <para
0386 >Dark frames kunnen handig zijn voor het reduceren van ruis in volgframes. Als u deze optie hebt gekozen, wordt het sterk aanbevolen dat u dark frames opneemt voordat u de procedure start voor calibratie en volgen. Kies het keuzevakje <guilabel
0387 >Dark</guilabel
0388 >, en klik daarna op <guibutton
0389 >Opnemen</guibutton
0390 >. De eerste keer vraagt Ekos u naar de sluiter van de camera. Als de camera geen sluiter heeft, vraagt Ekos u bij elke opname van een dark frame de opening van de camera/telescoop af te dekken, voor verder te gaan met opnemen. En anders, als de camera een sluiter heeft, gaat Ekos meteen verder met het opnemen van het dark frame. Alle dark frames worden automatisch opgeslagen in de bibliotheek voor dark frames van Ekos. Standaard worden de frames in deze bibliotheek 30 dagen gebruikt, voordat er nieuwe dark frames worden opgenomen. U kunt dit aantal wijzigen in de instellingendialoog <link linkend="ekos"
0391 >Ekos instellingen</link
0392 > van &kstars; </para>
0393         <screenshot>
0394             <screeninfo
0395 >Ekos Dark frames bibliotheek </screeninfo>
0396             <mediaobject>
0397                 <imageobject>
0398                     <imagedata fileref="dark_library.png" format="PNG"/>
0399                 </imageobject>
0400                 <textobject>
0401                     <phrase
0402 >Ekos Dark frames bibliotheek</phrase>
0403                 </textobject>
0404             </mediaobject>
0405         </screenshot>
0406         <para
0407 >Het wordt aanbevolen dark frames op te nemen voor diverse binnings en belichtingstijden, zodat die door Ekos transparant kunnen worden gebruikt wanneer dat nodig is. </para>
0408     </sect2>
0409     
0410     <sect2 id="guide-phd2-support">
0411         <title
0412 >PHD2 ondersteuning</title>
0413         <para
0414 >Indien gewenst, kunt u de externe PHD2-toepassing selecteren voor het volgen, in plaats van de ingebouwde volger. </para>
0415         <screenshot>
0416             <screeninfo
0417 >Ekos volgen PHD2-instellingen </screeninfo>
0418             <mediaobject>
0419                 <imageobject>
0420                     <imagedata fileref="ekos_guide_phd2.png" format="PNG"/>
0421                 </imageobject>
0422                 <textobject>
0423                     <phrase
0424 >Ekos volgen PHD2-instellingen</phrase>
0425                 </textobject>
0426             </mediaobject>
0427         </screenshot>
0428 
0429         <para
0430 >Als PHD2 wordt geselecteerd, kunt u met de knoppen <guibutton
0431 >Verbinden</guibutton
0432 > en <guibutton
0433 >Loskoppelen</guibutton
0434 > de verbinding regelen met de PHD2-server. U kunt de PHD2-belichtingstijd en dec-volginstellingen regelen. Als u op <guibutton
0435 >Volgen</guibutton
0436 > klikt, moet PHD2 alle vereiste acties doen voor het starten van het volgproces. PHD2 <emphasis role="bold"
0437 >moet</emphasis
0438 > worden gestart en ingesteld  <emphasis
0439 >vóór</emphasis
0440 > Ekos. </para>
0441         <para
0442 >Na het starten van PHD2, selecteert u uw IND-apparatuur, en stelt u de opties daarvan in. Vanuit Ekos maakt u verbinding met PHD2 door te klikken op de knop <guibutton
0443 >Verbinden</guibutton
0444 >. Bij het opstarten probeert Ekos automatisch te verbinden met PHD2. Is die verbinding tot stand gebracht, dan kunt direct beginnen met volgen door te klikken op de knop <guibutton
0445 >Volgen</guibutton
0446 >. Indien nodig doet PHD2 de calibratie. Als ditheren geselecteerd is, krijgt PHD2 de opdracht te ditheren, met de opgegeven pixels, en zodra het volgen stabiel is en rustig, wordt in Ekos de opname weer hervat. </para>
0447     </sect2>
0448     <sect2 id="guide-logs">
0449         <title
0450 >Log van volgen</title>
0451         <para
0452 >De interne volger van Ekos slaat een CSV volglogbestand op in PHD2 format die van pas kunnen komen voor de analyse van de prestaties van de opstelling. In Linux wordt deze opgeslagen onder <filename
0453 >~/.local/share/kstars/guidelogs/</filename
0454 >.  Deze log is alleen beschikbaar als de ingebouwde volger van Ekos wordt gebruikt. Het zou compatibel moeten zijn met <ulink url="https://openphdguiding.org/phd2-log-viewer/"
0455 >volglogviewer van PHD2</ulink
0456 >. </para>
0457     </sect2>
0458 </sect1>